Texty piesní Boudewijn de Groot

Boudewijn de Groot

Een Wonderkind Van 50

Toen 'ie in de jaren dertig debuteerde

Een bleek titaantje in zo'n veel te wije broek

Wiens tere poezie de crisistijd trotseerde

Naar hoge idealen en menselijkheid op zoek

Toen werd z'n werk geroemd van alle kanten

Op zo'n talent had men al jarenlang gewacht

Hij zag z'n naam opeens gedrukt in alle kranten

Ze vonden hem nog beter dan dat 'ie zelf ooit had gedacht

De mandarijnen maakten ruzie in hun blaadjes

En iedereen had hem het eerst ontdekt

Hij werd het middelpunt van culturele praatjes

En als was 'ie pas begonnen, de verwachting was gewekt

Want een wonderkind van twintig

Is altijd een goed begin

Ja die jongen kan wat worden

Ja daar zit nog heel veel in

Maar van de kunst alleen kan niemand leven

Dus het werd een baantje bij een grote krant

En wat 'ie verder in z'n leven heeft geschreven

Hield met z'n idealen geen verband

Het was de bezetting die het vuur weer dit ontwaken

Hij wou de ondergrondse in als held

Hij zou de vijand wel eens goed weten te raken

Met de bezieling van z'n literair geweld

Het concentratiekamp kwam hij nog net te boven

Maar idealen had 'ie toen allang niet meer

En als waar 'ie ooit in kon geloven

Was verpletterd met de kolf van een geweer

En een wonderkind van veertig

Dat is een naar geval

Die zo veel had kunnen worden

Maar die niks meer worden zal

Ach hij deed nog wel een keertje een vertaling of ziets

Waar geen eer mee te behalen

Maar zijn debuut was niet meer vatbaar voor herhaling

En naar zijn nieuwe werk werd door geen mens getaald

Hij heeft nog jaren eenzaam drinkend zitten wachten in een hoekje

Van de kunstenaarssocieteit

Waar de jongens nauwelijks om z'n grappen lachten

Maar een pilsje of een borrel kon 'ie altijd aan ze kwijt

Ze hebben hem op z'n kamertje gevonden

Met een briefje aan z'n kinderen in z'n hand

En toen pas schreven ze dat ze 'm waarderen konden

En hij kreeg een stukje in Vrij Nederland

Want een wonderkind van vijftig

Voldoet niet aan z'n plicht

Hij had niet ouder mogen worden

Hij heeft de wereld opgelicht

Want een wonderkind van vijftig

Voldoet niet aan z'n plicht

Hij had niet ouder mogen worden

Hij heeft de wereld opgelicht

Ach een wonderkind van vijftig

Dat is immers geen gezicht

Dus om consequent te blijven

Deed 'ie zelf het boek maar dicht